Laatst stelde mij iemand( ik meen dat het Femmeke Smetvrees van dames 1 was) de prangende vraag: ‘Waarom is volleyballen eigenlijk zo leuk, FRITS?
Neem me niet dadelijk, vanwaar deze niet al te slimme vraag? was mijn eerste verbaasde reactie. Terecht natuurlijk, want zeg nou zelf, beste lezers en niet al te talrijke lezeressen van deze column, we beleven er toch iedere week weer de grootste lol aan, toch? Ja toch of……eh…??
Je hoeft alleen maar te denken aan de fluitconcerten van sommige scheidsrechters, aan de vragenuurtjes bij de ‘bok’, het slappe geleuter van de vele volleybalkenners op de tribune en langs de volleybal lijntjes, aan de regelmatig voorkomende gescheurde enkelbanden, aan de geïrriteerde pezen, aan de uit de kom geschoten duimen, aan de gekneusde vingers, krakende knikkende knieën, aan de spierpijnen, aan de buikpijnen, aan de hoofdpijnen, aan diverse andere soorten van ongesteldheden, aan de hoge contributie, aan de vaak tierende, vloekende, mopperende, zeurende trainers en coaches, aan de soms urenlange ik-sta-naast-of-zit-op-de-bank-en-ik-baal verblijven , aan de penetrant geurende dure knielappen en ruftende schoenen.
Dan weet je , lieve VoKassa Volleybal meisjes, dat er genoeg valt te beleven bij het volleyknallen.
Dit antwoordde FRITS RITS dan ook aan de (intussen erg glazig kijkende) vragenstelster, om haar ( wat keek ze naïef ) van haar onwetendheid te bevrijden.
Helaas, haar gezicht, toch heel vaak een voorbeeld van slim, schrander en intelligent, vertoonde enkel vraagtekens en ik zag haar denken: Wat is daar nou zo leuk aan?
Haar team en enkele heren van het eerste en tweede vroegen zich dat overigens ook af. Trainer BarTinus Bouterse, begreep de vraag niet eens of wilde hem niet begrijpen. Hij verschilt overigens wel vaker van mening met zijn buitengewoon charmante vrouw en zijn drie schatten van kinderen. De heer Bouterse vindt volleybal gewoon leuk en gaaf. Vindt elke negatieve opmerking over ‘het spelletje volleyoverspel’ POEP en is zo enthousiast dat het telkens weer lijkt, alsof hij zichzelf wil inwisselen om alles even voor te doen. Gelukkig weet Ben Abe Ling (geen familie van Tjeu La Ling) de kale blootbol BarTinus Bouterse in toom te houden door vooral rust uit te stralen. Geweldig om te zien, overigens.
Ik wilde de m.i. naïeve jongedame Famke een dusdanig duidelijk antwoord geven, dat verdere onnozele vragen achterwege zouden blijven.
Dit bleek moeilijker te zijn dan ik dacht, omdat ikzelf niet meer zo overtuigd was van de lol die je beleeft aan zwikkende en inscheurende enkelbanden, verbogen vingers, te veel verliezen van wedstrijden en dergelijke (zie verder bovenstaand lijstje)
Wat bond en bindt mij dan nog aan dit spel? Zijn het toch de eerder genoemde factoren of is er méér dat volleybal zo leuk maakt?
Na lang nadenken- een activiteit waar FRITS RITS meestal een barstende koppijn van krijgt en die ik daarom regelmatig vermijdt- dacht ik ‘inplotseensklaps’ aan:
De kantines, aan de feestjes, aan het zeer geheime lootjestrekken voor het SintSpeculaasfeest, aan ritjes in de auto naar training en wedstrijd, aan het gegiebel in de auto’s bij uitwedstrijden, aan de schranspartijen bij de diverse MAC’s, aan het slappe ouwehoeren tijdens de training en onder de douches, aan de ‘gezellige’ wedstrijdbesprekingen voor en na een zege, aan de blok-kicks, aan de weinig gelukte pan-cakes (pan keeks), aan de snoeiharde scorende serves en smashes, aan de geslaagde plaatsballen, aan de lullig over de netrand rollende en vervolgens aan de goede kant van het net ploffende ballen. Ik dacht ook nog even aan die knotsgekke volleyknaltrainers Bartinus Bouterse (geen familie) en Karel Bollewangen, aan de opmerkingen van de laatste, aan zijn moppen, waar hij altijd zelf om lacht, aan zijn interesse in de prille liefdes levens van de meiden van meisjes C 1, die toch maar mooi BOVENAAN STAAN in het linker rijtje van de Hoofdklasse.
Ja, toen wist FRITS RITS weer wat er zo leuk is aan het edele spel
VOLLEYBAL.
TOT LEES!