NIJMEGEN- “Is zo’n hal niets voor jou, Piet?” Piet is Piet Heijnen, de eerste voorzitter van de Nijmeegse volleybalvereniging Vocasa die komend weekeinde zijn twintig jarig bestaan viert.
Een duik in de historie kan beelden oproepen die iedere Nijmegenaar nog op het netvlies staan. Bij het jubileum Vocasa komen namen van illustere stadgenoten voorbij. Ien Dales bijvoorbeeld.
Met een jonkie (jonge jenever) in de hand vroeg de legendarische burgemeester in juni 1989 na afloop van de drukbezochte oefeninterland tussen de heren van Nederland en Griekenland: “Piet, zou jij niet zo’n hal voor jouw club willen?”

De geschiedenis van VoCASA in beeld
Uit De Gelderlander van 28 augustus 2008, door Timo van Zandbrink.
Op de foto Rienk Flendrie en Piet Heijnen. Foto: Erik van ’t Hullenaar.

Decor was de Jan Massinkhal waar de dan nog jonge fusieclub vierde dat ze een jaar eerder (juli ’88) was ontstaan door de samenvoeging van drie volleybalclubs. De volleybalcombinatie Amigo’s, Smash en Avanti was geboren en Nijmegen een grote sportclub rijker.
Burgemeester Dales, als gebruikelijk op het nippertje op tijd, was onder de indruk geraakt van de ambiance van een dikke 1.200 toeschouwers op de tribunes en de gedrevenheid van beide nationale teams. Topvolleybal liet zijn gezicht zien in Nijmegen.
Gestimuleerd door de enthousiaste Dales schroefde Vocasa-voorzitter Piet Heijnen zijn lobby in het stadhuis voor een eigen hal flink op.
De toenmalige wethouder Ton Buitenhuis vond in de verkommerde sporthal in winkelcentrum De Notenhout een mooie locatie voor de nieuwe vereniging.
Na wat gebakkelei over afkoopsommen voor de beheerder van de kantine, de ook niet onbekende oud-voetballer Hans van Verhagen (Quick, NEC), trokken de volleyballers in augustus ’91 met sloophamers de hal in Neerbosch-Oost in. “Mooi om te zien hoe Andries Hoitsma, nu professor in nierziekten in het Radboud, met een enorme drilboor avonden lang tegels stond af te hakken”, haalt Heijnen herinneringen op aan de verbouwing van de hal die voor een symbolisch bedrag van één gulden van de gemeente was overgenomen.
“Het budget was 200.000 gulden en dankzij calculator Huub Kloosterman, die maar bleef afpingelen bij leveranciers en de slimme penningmeester Léon Vogels slaagden we erin de hal op te knappen.”

De fusie tussen de drie clubs was ook de opmaat voor sportieve successen in het Nijmeegse volleybal. Eind jaren tachtig telde de stad maar liefst elf verenigingen en geen van allen kon op eigen kracht de top bereiken. Goed, de heren van Nijmegen’73 hadden even aan de eredivisie geroken, maar de club was verder nauwelijks georganiseerd.
Hoog tijd dus om de krachten te bundelen vond Hans Berendsen van Amigo’s die een grote groep talentvolle meiden aan het opleiden was. Ook Elly van Kuijk en Krik Massa, de trainer van de op leeftijd rakende damesselectie van Smash’68 zagen dat er nieuw bloed nodig was en dat was ook niet tegen dovemansoren gericht bij Wim(pie) Gielen, de wiskundige die dag en nacht bezig was met de jeugdopleiding van Avanti.
Er ontstond een stevige sportcultuur waarin steeds vaker en harder werd getraind. Vocasa steeg bij de mannen en vrouwen door naar de top van de eerste divisie met als hoogtepunt twee jaar eredivisievolleybal voor de mannen eind jaren negentig.
Tien jaar later houdt Vocasa zich nog keurig stand in de subtop van het volleybal, maar wil de club weer hogerop. Met de gemeente, en onder andere de Magixx en de turners van De Hazenkamp, is de club in gesprek over de geplande topsporthal die onder de gewenste tweede ring van De Goffert moet komen.
Bovendien stelt de huidige voorzitter Rienk Flendrie na tien jaar wel zijn voorzittershamer vacant, maar werkt hij gewoon vol inzet door aan de jeugdopleiding in Nijmegen. Samen met die andere fusieclub Pegasus (Brakkenstein en Nijmegen ’73). “Je ziet maar, ook in het volleybal blijft schaalvergroting aan de orde”, beschouwt oud-handbalinternational Flendrie de sportieve samenwerking in de stad. “Goed dat we twintig jaar geleden die eerste stap gezet hebben. We nemen er zaterdag wel eentje op de nagedachtenis van Ien.”